2 Kronieken 7:6-12 BB

6 De priesters en de Levieten stonden op de hun aangewezen plaatsen, met de muziekinstrumenten die koning David voor de Heer had laten maken om Hem daarmee te prijzen. David had ook voorgeschreven dat zij moesten zingen: 'Want zijn liefde is voor eeuwig.' Tegenover hen stonden de Levieten die op de trompet bliezen. Het volk bleef staan.

7 Het koperen altaar van de Heer was te klein om er alle vlees-offers, meel-offers en dank-offers op te kunnen offeren. Daarom bracht de koning die dag de offers midden op het plein vóór de tempel van de Heer. Hij had het plein eerst doorvoor geheiligd.

8 Daarna vierde koning Salomo zeven dagen lang met heel Israël [ het Loofhutten ]feest. Vanuit het hele land, vanaf de weg naar Hamat [ in het noorden ] tot aan de Beek van Egypte [ in het zuiden ], waren de mensen voor het feest gekomen.

9 Op de achtste dag was er een feestelijke bijeenkomst. De inwijding van het altaar had zeven dagen geduurd, en het [ Loofhutten ]feest daarna duurde ook zeven dagen.

10 Op de 23e dag van de zevende maand liet Salomo het volk naar huis teruggaan. Ze waren allemaal blij en vol goede moed, omdat de Heer zo goed geweest was voor David, Salomo en zijn volk Israël.

11 Salomo was klaar met het bouwen van de tempel voor de Heer. Ook het paleis voor hemzelf was klaar. Alles wat hij wilde maken, was af.

12 Toen kwam de Heer 's nachts naar Salomo toe. Hij zei tegen hem: "Ik heb je gebed gehoord. Deze tempel die jij hebt gebouwd, zal voortaan van Mij zijn. Hier zullen voortaan mijn offers worden gebracht.