1 Joab merkte wat de koning van plan was.
2 Daarom liet hij een wijze vrouw uit Tekoa komen. Hij zei tegen haar: "Doe alsof je over iemand treurt. Trek rouwkleren aan en doe je haar slordig, alsof je al heel lang treurt over iemands dood.
3 Ga dan naar de koning en zeg tegen hem wat ik je nu ga zeggen." En Joab zei haar precies wat ze moest zeggen.
4 De vrouw uit Tekoa ging naar de koning. Ze knielde voor hem neer en zei: "Help mij alstublieft, mijn heer de koning!"