1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, 30.000 mannen.
2 Met dat leger trok hij naar Baäl-Juda om de kist van het verbond van God op te halen, de kist van de Heer van de hemelse legers die tussen de engelen troont.
3 Ze haalden de kist op uit het huis van Abinadab op de heuvel en zetten hem op een nieuwe wagen. Uzza en Ahio, de zonen van Abinadab, leidden de wagen.
4 Ahio liep voorop.
5 David en de Israëlieten dansten voor de Heer en maakten muziek op allerlei muziekinstrumenten.