11 En Ik heb jullie uit je eigen volk profeten gegeven. Ook heb Ik jongemannen van jullie volk geroepen om Mij te dienen. Dat is toch waar, Israël? zegt de Heer.
12 Maar jullie gaven mijn dienaren wijn te drinken. En jullie verboden de profeten om te profeteren.
13 Voor straf zal Ik jullie verpletteren, zoals een wagen volgeladen met graan de aarde verplettert en diepe sporen trekt.
14 Zelfs de snelsten van jullie zullen niet kunnen vluchten. Zelfs de sterksten van jullie zullen zich niet kunnen redden. Zelfs de dappersten van jullie zullen hun leven niet kunnen redden.
15 De boogschutters zullen niet staande kunnen blijven. De snelste soldaten zullen niet kunnen ontsnappen. De ruiters zullen hun leven niet kunnen redden.
16 Zelfs de dapperste helden zullen op die dag naakt wegvluchten, zegt de Heer.