24 Toen heeft Hij deze vingers gestuurd die deze woorden schreven.
25 Dit is wat er staat: 'Mene, mene, tekel uparsin.'
26 En dit is wat het betekent. Mene: God heeft uw koningschap beoordeeld en maakt er een einde aan.
27 Tekel: God heeft u op zijn weegschaal gewogen, maar u weegt niet genoeg.
28 Peres: uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en Perzen gegeven."
29 Toen gaf de koning het bevel Daniël een paarse mantel en een gouden ambtsketen te geven. Hij werd de op twee na hoogste heerser van het koninkrijk.
30 Diezelfde nacht werd Beltsazar, de koning van de Babyloniërs, gedood.