17 Heer onze God, luister alstublieft naar mijn gebed! Wilt U alstublieft weer goed zijn voor uw verwoeste tempel. Niet omdat wij dat verdienen, maar vanwege uw eer.
18 Wilt U alstublieft naar mij luisteren! Kijk toch hoe de stad waar U wilde wonen helemaal verwoest is! Ik smeek U dit niet omdat wij verdienen dat U weer goed voor ons bent! Maar ik smeek U dit omdat ik weet hoe goed en liefdevol U bent.
19 Heer, luister alstublieft! Heer, vergeef ons! Heer, zie eens hoe vreselijk we er aan toe zijn! Doe alstublieft iets, mijn God, vanwege uw eer! Wacht niet langer, want wij zijn uw stad en uw volk."
20 Zo bad ik tot de Heer en gaf toe dat mijn volk Hem ongehoorzaam was geweest. Ik bad voor de heilige berg van mijn God.
21 Toen ik zo aan het bidden was, kwam de man Gabriël, die ik al eerder had gezien, snel naar mij toe vliegen. Hij kwam op het tijdstip dat in de tempel het avondoffer gebracht hoort te worden.
22 Hij zei: "Daniël, ik ben nu gekomen om je een aantal dingen uit te leggen.
23 Toen jij begon te bidden, kreeg ik bevel onmiddellijk te vertrekken om je het antwoord te vertellen, want de Heer houdt heel veel van jou. Let dus goed op wat ik zeg en op wat je ziet.