15 Toen Mahalaleël 65 jaar was, kreeg hij een zoon: Jered.
16 Nadat Jered was geboren, leefde Mahalaleël nog 830 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters.
17 Hij stierf toen hij 895 jaar was.
18 Toen Jered 162 jaar was, kreeg hij een zoon: Henoch.
19 Nadat Henoch was geboren, leefde Jered nog 800 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters.
20 Hij stierf toen hij 962 jaar was.
21 Toen Henoch [ (= 'toegewijd') ] 65 jaar was, kreeg hij een zoon: Metusala.