1 "Was je mijn broer maar.Had je maar net als ik als baby bij mijn moeder op schoot gezeten.Als ik je dan buiten tegenkwam,zou ik je een kus kunnen geven zonder dat iemand dat verkeerd vond.
2 Ik zou je hand pakkenen je meenemen naar het huis van mijn moeder, die mij opvoedt.Ik zou je lekkere wijn te drinken geven,wijn die van granaatappels gemaakt is.
3 Zijn ene arm ligt onder mijn hoofd,zijn andere arm omarmt mij.
4 Meisjes van Jeruzalem, ik zweer bij de gazellen en de herten:je moet de liefde niet dwingen.Je moet wachten tot de liefde vanzelf komt!"