7 Ooievaars weten wanneer het tijd is om te komen en tijd om weer weg te trekken. Duiven, kraanvogels en zwaluwen weten wanneer het tijd is voor de trek. Maar mijn volk weet niet dat de tijd gekomen is dat Ik over hen rechtspreek.
8 Hoe durven jullie te zegen: 'Wij zijn wijs en hebben de wet van de Heer'? Let op wat een leugens jullie schrijvers hebben opgeschreven! Ze hebben mijn wet vervalst!
9 De wijze mensen zullen voor schut staan. Ze hebben niet willen luisteren naar wat Ik heb gezegd. Ze hebben leugens geloofd. Wat voor wijsheid hebben ze dan?
10 Daarom zal Ik hun vrouwen aan andere mannen geven. Ik zal hun akkers aan andere eigenaars geven. Want iedereen, van hoog tot laag, is hebzuchtig. Iedereen bedriegt iedereen. Zelfs de profeten en de priesters doen dat.
11 Ze doen alsof er niets ergs met Jeruzalem aan de hand is en zeggen: 'Alles gaat goed. Alles gaat goed.' Maar het gaat helemaal niet goed!
12 Ze doen vreselijke dingen, maar ze schamen zich helemaal niet. Ze blozen niet eens. Daarom zullen ze samen met de anderen worden gedood. Op de dag dat Ik hen straf, zullen ze allemaal sterven, zegt de Heer.
13 Ik zal hen verzamelen en wegvagen. Want er zijn geen druiven aan de wijnstruik, geen vijgen aan de vijgenboom. Zelfs de bladeren zijn afgevallen. Alles wat Ik aan hen had gegeven, zullen ze verliezen."