1 Dat heb ik allemaal met eigen ogen gezien.Dat heb ik allemaal met eigen oren gehoord.
2 Wat jullie weten, weet ik ook.Ik weet niet minder dan jullie.
3 Maar toch wil ik tot de Almachtige God spreken.Toch verlang ik ernaar om me bij Hem te verdedigen.
4 Want jullie vertellen me alleen maar leugens.Jullie lijken op een slechte dokter die alleen maar doet alsof hij weet wat je hebt.
5 Houden jullie je mond nu maar.Dat zou veel verstandiger zijn.
6 En luister alsjeblieft naar wat ik tegen jullie zeg.Doe iets met wat jullie van mij horen.
7 Willen jullie Hem met leugens verdedigen?Zeggen jullie dingen die niet waar zijn omdat jullie voor Hem op willen komen?