20 God, ik vraag maar twee dingen van U,zodat ik me niet langer voor U hoef te verbergen:
21 laat mij alstublieft met rusten maak mij niet langer bang.
22 Roep mij, dan zal ik U antwoorden.En geef mij alstublieft antwoord als ik spreek.
23 Hoe vaak ben ik U ongehoorzaam geweest?Vertel me toch wat ik verkeerd heb gedaan!
24 Waarom verbergt U Zich voor mij?Waarom behandelt U me als een vijand?
25 Waarom doet U mij kwaad?Ik stel niets voor!Ik ben maar als een afgevallen blad, een verdroogde grashalm.
26 Waarom straft U me zo zwaar?Waarom straft U me nu pasvoor de dingen die ik verkeerd heb gedaan toen ik nog jong was?