4 Maar er kan toch nooit iets zuivers voortkomen uit iets wat onzuiver is?Waarom verwacht U dat dan wel van mij?
5 Eerst heeft U bepaald hoelang ik leef.U heeft bepaald hoeveel maanden mijn leven zal tellen.U heeft de grenzen van mijn leven vastgesteld.
6 Laat mij dan nu met rust, Heer,en let niet aldoor op mij.Laat mij weer rustig van mijn dagen genieten,zoals een knecht rustig geniet van zijn werk.
7 Voor een omgehakte boom is er altijd nog hoop.Er zullen weer nieuwe takjes uit de stronk groeien.Er komen altijd wel weer nieuwe blaadjes aan.
8 Zelfs als zijn wortels in de grond oud wordenen de stronk in de aarde sterft,
9 komen er weer blaadjes aan als hij water ruikt.Er groeien weer takjes uit als bij een jonge plant.
10 Maar als een mens zwak wordt en sterft,is het voor altijd afgelopen.Eenmaal dood is hij voor altijd verdwenen.