2 Was ik maar weer als vroeger,in de tijd dat God me nog beschermde.
3 Toen liet Hij zijn licht op mij schijnen.Daardoor was zelfs het donker licht om mij heen.
4 Was alles nog maar zoals toen ik nog jong was!Toen ging God net zo vertrouwelijk met mij om als een vriend.
5 Toen was de Almachtige God nog met mij.Mijn kinderen waren nog om me heen.
6 Toen had ik succes in alles wat ik deed.Ik werd bijna vanzelf rijk.
7 Als ik naar de poort van de stad gingom op mijn stoel tussen de wijze mannen te gaan zitten,
8 dan gingen de jonge mannen weg, uit respect voor mij.Hoogbejaarde mannen stonden eerbiedig voor mij op.