17 Begrijp jij hoe je kleren en alles heet wordenals de hele aarde stil wordt van de hete zuidenwind?
18 Heb jij Hem geholpen om de hemel op te hangen,de hemel die zo vast lijkt als een koperen spiegel?
19 Vertel jij ons maar wat we tegen Hem moeten zeggen.Want wij hebben zeker niet genoeg verstand, dat we niets weten te zeggen.
20 Zou het Hem verteld worden als ik Hem iets wil zeggen?Als iemand tot Hem spreekt, is dat vragen om gedood te worden!
21 Een mens kan niet naar de zon kijken als de hemel helder isen de wind de wolken heeft weggeblazen.
22 In het noorden is dan een prachtige gouden glans te zien.[ Daar kunnen we nauwelijks naar kijken. ]Gods hemelse macht en majesteit zijn nog veel stralender!
23 Wij kunnen de Almachtige God niet zien en niet begrijpen.Hij is machtig en rechtvaardig.