20 Kun jij daar komen,om ze op te halen en weer terug te brengen?Ken jij de weg naar hun huis?
21 Dat moet wel, want jij bent al zo lang geleden geboren!Je hebt al zo lang geleefd!
22 Ben jij wel eens in de opslagplaats van de sneeuw geweest?Of in de voorraadschuur van de hagel?
23 Die hagel heb Ik verzameld voor de dag dat Ik ga straffen.Voor de dagen van oorlog en strijd.
24 Waar is de plaats waar het licht zich verdeelt?Waar is de plaats vanwaar de oostenwind zich verspreidt over de aarde?
25 Wie heeft een geul gegraven voor de stortregen?Wie heeft de weg vrijgemaakt voor de bliksem?
26 Wie heeft dat gedaan, om zo regen te gevenin de woestijn waar geen mens woont,