8 Ik zal júllie zonen en dochters verkopen aan de Judeeërs. En de Judeeërs zullen hen doorverkopen aan Scheba, een volk dat ver weg woont. Ik heb het gezegd [ en Ik zal het ook doen ].
9 Roep het uit onder de volken: Verzamel je leger! Roep je helden bij elkaar! Ruk op!
10 Smeed de ploegen en snoeischaren om tot zwaarden en speren! Laten ook zwakke mensen zichzelf moed inspreken en zeggen: 'Ik ben een held!'
11 Maak je allemaal klaar en kom! Laten alle volken zich verzamelen – Heer, leid uw helden! –
12 De volken zullen naar het dal van Josafat komen. Maar daar zal Ik rechtspreken over alle volken.
13 Snijd de druiventrossen af! Want de oogst is rijp. Pers de druiven uit! Want de druivenpers zit vol en de bakken met druivensap stromen over. Want deze volken hebben vreselijke dingen gedaan."
14 [ Joël zegt: ] Er is een enorm grote menigte mensen in het dal van beslissing. Want de Heer is daar gekomen om over hen recht te spreken.