1 Daarna kregen de families uit de stam van Jozef hun eigen gebied. De zuidgrens begon bij de Jordaan bij Jericho, bij het water van Jericho, door de woestijn omhoog naar de bergen van Bet-El.
2 Daarna van Bet-El naar Luz. Vanaf Luz verder door het gebied van de Archieten naar Atarot.
3 Dan in westelijke richting naar beneden naar het gebied van de Jaflieten, naar Laag Bet-Horon en Gezer, tot aan de [ Grote ] Zee.
4 De [ twee ] zonen van Jozef, Manasse en Efraïm, kregen ieder een eigen gebied.