15 Holon met de graslanden daar omheen, Debir met de graslanden daar omheen,
16 Aïn met de graslanden daar omheen, Jutta met de graslanden daar omheen en Bet-Semes met de graslanden daar omheen. Van deze twee stammen kregen ze dus negen steden.
17 Van de stam van Benjamin kregen ze vier steden: Gibeon met de graslanden daar omheen, Geba met de graslanden daar omheen,
18 Anatot met de graslanden daar omheen en Almon met de graslanden daar omheen.
19 In totaal kreeg de familie van Aäron, dus alle priesterfamilies, 13 steden met de graslanden daar omheen.
20 De andere families van Kehat kregen van de stam van Efraïm vier steden die hun door het lot werden aangewezen.
21 Ze kregen de vrijstad Sichem op de bergen van de stam van Efraïm, met de graslanden daar omheen, Gezer met de graslanden daar omheen,