9 Met gevaar voor eigen leven proberen we eten te vinden.Elk moment kunnen Arabieren uit de woestijn ons overvallen.
10 Onze huid is dor van de honger.De honger raast door ons heen.
11 Vrouwen en meisjes worden door de vijanden verkrachtin Juda en in Jeruzalem.
12 De leiders van het land zijn opgehangen.Er is geen enkel respect voor oude mensen.
13 Jongens moeten [ als slaven ] graan malen en hout dragen.Ze vallen neer onder het gewicht.
14 De oude mensen zitten niet meer in de poort.De jonge mensen maken geen muziek meer.
15 Alle blijdschap is uit ons hart verdwenen.In plaats van dat we dansen, zitten we te treuren.