6 Ook geen hazen. Zij herkauwen wel, maar hebben geen gespleten hoeven.
7 Ook geen varkens. Hun hoeven zijn wel helemaal in tweeën gespleten, maar ze herkauwen niet. Ze zijn onrein voor jullie.
8 Jullie mogen het vlees van deze dieren niet eten. En als je een dood dier vindt, mag je het niet aanraken.
9 De volgende waterdieren mogen jullie eten: alle dieren in de zeeën en rivieren die vinnen én schubben hebben.
10 Maar alle waterdieren die geen vinnen of geen schubben hebben, moeten jullie walgelijk vinden.
11 Jullie mogen ze niet eten. En als jullie een dood dier vinden, mogen jullie het niet aanraken.
12 Alle waterdieren die geen vinnen of geen schubben hebben, moeten jullie walgelijk vinden.