21 Maar als iemand geen drie dieren kan betalen, moet hij één mannetjes-schaap van één jaar als schuld-offer nemen om vergeving te vragen. Het dier moet als beweeg-offer geofferd worden, samen met 1/10 efa [ (2,2 liter) ] fijn meel, aangemaakt met olijf-olie. Verder moet hij 1 log [ (⅓ liter) ] olijf-olie offeren.
22 Ook moet hij twee duiven brengen: twee tortelduiven of twee jonge gewone duiven – net wat hij kan betalen. De ene vogel is voor het vergevings-offer, de andere vogel voor een brand-offer.
23 Hij moet ze op de achtste dag bij de priester brengen, naar Mij, bij de ingang van de tent van ontmoeting.
24 De priester moet het schaap voor het schuld-offer en de olijf-olie nemen en die als beweeg-offer naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen.
25 Hij moet het schaap voor het schuld-offer slachten. Hij moet een beetje van het bloed van het schuld-offer aan de rechter oorlel van de man smeren. Ook aan zijn rechter duim en zijn rechter grote teen.
26 Dan moet de priester een deel van de olijf-olie in zijn [ eigen ] linkerhand gieten.
27 Hij moet een vinger van zijn rechterhand in die olijf-olie dopen en zeven keer olijf-olie vóór Mij sprenkelen.