25 Als een vrouw bloed verliest, terwijl het niet de tijd van haar maandelijkse ongesteldheid is, of als ze langer bloed verliest dan normaal, dan is ze al de tijd dat ze bloed verliest onrein. Net zoals wanneer ze ongesteld is.
26 Alles waarop ze ligt of zit in de tijd dat ze bloed verliest, is onrein. Net zoals wanneer ze ongesteld is.
27 Als iemand deze dingen aanraakt, wordt hij onrein. Hij moet zijn kleren wassen en zich in water wassen. Hij is tot de avond onrein.
28 Maar als haar bloeding is gestopt, is ze zeven dagen daarna weer rein.
29 Op de achtste dag moet ze met twee duiven naar de priester gaan, bij de ingang van de tent van ontmoeting.
30 En de priester moet de ene duif als vergevings-offer offeren en de andere als brand-offer. Zo zal de priester aan Mij om vergeving voor haar vragen, vanwege haar onreine bloeding.
31 Zo moeten jullie de Israëlieten rein maken van hun onreinheid. Want als ze bij mijn tent komen als ze nog onrein zijn, maken ze ook mijn tent onrein en zal Ik hen doden.