14 Je mag niet naar bed gaan met de vrouw van je vaders broer. Want ze is je tante.
15 Je mag niet naar bed gaan met de vrouw van je zoon. Want ze is van je zoon.
16 Je mag niet naar bed gaan met de vrouw van je broer. Want ze is van je broer.
17 Je mag niet trouwen met een vrouw én haar dochter. Ook niet met haar kleindochter. Want ze zijn familie van elkaar. Het is een schande als je dat doet.
18 Je mag geen zus van je vrouw als bijvrouw trouwen en met haar naar bed gaan, zolang de andere vrouw nog leeft. Want je zou haar daar heel erg mee kwetsen.
19 Je mag niet met je vrouw naar bed gaan als ze ongesteld is.
20 Je mag niet naar bed gaan met de vrouw van iemand anders, want dat maakt jullie allebei onrein.