1 [ De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: ] Jullie mogen geen afgodsbeelden maken of heilige stenen neerzetten. Jullie mogen geen beelden neerzetten en die aanbidden. Want Ik ben jullie Heer God.
2 Jullie moeten je aan mijn heilige rustdagen [ en feesten ] houden en ontzag hebben voor mijn heiligdom. Ik ben de Heer.
3 Houd je aan mijn wetten en leefregels en doe precies wat Ik jullie heb bevolen.
4 Dan zal Ik altijd op tijd regen geven. Dan zal het land grote oogsten geven en zal er veel fruit aan de bomen groeien.
5 Jullie zullen nog met de graan-oogst bezig zijn als het tijd wordt om de druiven te gaan oogsten. En jullie zullen nog bezig zijn met de druivenoogst als het tijd wordt om te gaan zaaien. Jullie zullen net zoveel brood kunnen eten als jullie willen. En jullie zullen rustig wonen in het land.
6 Ik zal zorgen dat er vrede in het land is. Jullie zullen rustig kunnen slapen, zonder dat jullie ergens bang voor hoeven te zijn. Ik zal ervoor zorgen dat er geen wilde dieren in jullie land zijn. Jullie zullen geen last van vijanden hebben.