Maleachi 2:8-14 BB

8 Maar jullie hebben dat niet gedaan. Door wat jullie de mensen over mijn wet geleerd hebben, zijn ze juist bij Mij weggelopen. Jullie hebben mijn verbond met [ de stam van ] Levi bedorven, zegt de Heer van de hemelse legers.

9 Jullie doen niet wat Ik gezegd heb. Jullie zeggen tegen de mensen wat ze graag willen horen. Daarom zal Ik ervoor zorgen dat het hele volk jullie niet belangrijk meer zal vinden. De mensen zullen geen enkel respect meer voor jullie hebben."

10 [ Maleachi zegt: ] We hebben allemaal dezelfde Vader. Eén God heeft ons allemaal gemaakt. Waarom doen we elkaar dan kwaad? Waarom houden we ons niet aan het verbond van onze voorouders?

11 Juda is niet trouw aan de Heer. Er worden verschrikkelijke dingen gedaan in Israël en Jeruzalem. Want Juda heeft de tempel van de Heer, de plaats waarvan Hij houdt, bedorven door ontrouw. Want de mensen trouwen met dochters van mensen die andere goden aanbidden.

12 De Heer zal iedereen die zoiets doet, wie hij ook is, wegjagen uit het land. Ook als hij nog steeds offers aan de Heer brengt.

13 Jullie maken het altaar van de Heer nat met jullie tranen. Jullie huilen en klagen daar dat Hij niet meer naar jullie luistert. Want Hij laat merken dat Hij niet blij is met jullie offers.

14 En jullie vragen: 'Waarom is dat?' Hierom: toen jullie jong waren, was de Heer getuige toen jullie met je vrouw trouwden. Maar jullie hebben je vrouw weggestuurd. Jullie waren dus ontrouw aan haar. Toch hadden jullie een verbond met haar gesloten en haar trouw beloofd!