2 Maar júllie hadden ontzag voor Mij. Jullie zullen worden beloond. Voor jullie zal er genezing zijn bij de Heer. Jullie zullen naar buiten gaan en dansen en springen als jonge kalfjes die de stal uit mogen.
3 Op die dag zullen jullie de slechte mensen vertrappen tot stof onder jullie voeten, zegt de Heer van de hemelse legers.
4 Houd je aan de wet van mijn dienaar Mozes. Op de berg Horeb gaf Ik hem mijn wetten en leefregels voor het hele volk Israël.
5 Let op, vóórdat deze grote en verschrikkelijke dag van mijn straf komt, stuur Ik de profeet Elia naar jullie toe.
6 Door hem zullen de vaders hun hart weer openen voor hun kinderen. Door hem zullen de kinderen weer willen luisteren naar hun vaders. Dan zal Ik de aarde niet hoeven te vernietigen."