17 Naast hem werkten de Levieten onder leiding van Rehum, de zoon van Bani. Daarnaast werkte Hasabja, de bestuurder van de ene helft van Kehila, namens de bewoners van Kehila.
18 Naast hem werkte Bavai, de zoon van Henadad, de bestuurder van de andere helft van Kehila.
19 Daarnaast herstelde Ezer, de zoon van Jesua, de bestuurder van Mizpa, een volgend stuk, tegenover de helling naar de wapenkamer op de hoek van de muur.
20 Verderop werkte heel hard Baruch, de zoon van Zabbai, aan het volgende stuk, vanaf de hoek tot aan de ingang van het huis van de hogepriester Eljasib.
21 Daarnaast herstelde Meremot, de zoon van Uria, die een zoon was van Koz, het stuk langs het huis van Eljasib.
22 Aan het stuk daarnaast werkten de priesters die in de vlakte woonden.
23 Verderop werkten Benjamin en Hassub, vlak tegenover hun eigen huis. Verderop was Azarja bezig, de zoon van Maäseja, de zoon van Hananja, vlak bij zijn eigen huis.