68 736 paarden, 245 muil-ezels,
69 435 kamelen en 6720 ezels.
70 Een aantal familiehoofden gaf geschenken voor de tempel. Zo gaf de bestuurder van de provincie goud ter waarde van 1000 Perzische gouden munten, 50 offerschalen en 530 stel kleren voor de priesters.
71 Andere familiehoofden gaven voor het werk aan de tempel goud ter waarde van 20.000 Perzische gouden munten, en zilver ter waarde van 2200 ponden [ (1100 kilo) ].
72 De rest van het volk gaf goud ter waarde van 20.000 Perzische gouden munten, zilver ter waarde van 2.000 ponden [ (1000 kilo) ] en 67 stel kleren voor de priesters.
73 Zo gingen de priesters, de Levieten, de poortwachters, de zangers, sommigen van het volk en de tempelknechten wonen in de steden waar ze vandaan kwamen. De rest van de Israëlieten ging in de andere steden wonen.