1 De Heer zei tegen Mozes:
2 "Maak twee zilveren trompetten, van massief zilver. Met die trompetten moet je de mensen bij elkaar roepen. Ook moet daarmee het sein geblazen worden als het volk moet vertrekken.
3 Als er op allebei de trompetten wordt geblazen, moet het hele volk zich bij jou verzamelen bij de ingang van de tent van ontmoeting.
4 Als er op één trompet wordt geblazen, moeten [ alleen ] de leiders van het volk Israël, de aanvoerders van het leger, zich bij jou verzamelen.
5 Als het signaal voor vertrek wordt geblazen, moeten de stammen die aan de oostkant [ van de tent van ontmoeting ] hun tenten hebben neergezet, hun tenten afbreken en vertrekken.
6 Als voor de tweede keer het signaal wordt geblazen, moeten de stammen die aan de zuidkant hun tenten hebben neergezet, hun tenten afbreken. Dus als het tentenkamp moet worden afgebroken, moet er een signaal geblazen worden.