9 moet je bij het rund een meel-offer geven van 3/10 efa [ (6,6 liter) ] fijn meel, gemengd met een ½ hin [ (1,8 liter) ] olijf-olie.
10 En je moet er een ½ hin wijn bij uitgieten als wijn-offer. Als jullie het zó doen, ben Ik blij met het offer.
11 Zó moeten jullie elk schaap, elke geit en elk rund offeren.
12 Het maakt niet uit hoeveel dieren jullie offeren. Elk dier moet je zó offeren.
13 Iedereen die als Israëliet geboren is, moet op deze manier een vuur-offer aan Mij geven. Als hij het zó doet, ben Ik blij met het offer.
14 En als een vreemdeling die bij jullie woont, of een vreemdeling die al families lang bij jullie woont, Mij een vuur-offer wil geven, moet hij hetzelfde doen als jullie. Alleen dan ben Ik er blij mee.
15 Voor iedereen, Israëliet of vreemdeling, is er maar één wet.