24 Van [ de zonen van Jozef, van ] de stam van Efraïm een leider: Kemuël, de zoon van Siftan.
25 Van de stam van Zebulon een leider: Elizafan, de zoon van Parnach.
26 Van de stam van Issaschar een leider: Paltiël, de zoon van Azzan.
27 Van de stam van Aser een leider: Achihud, de zoon van Selomi.
28 Van de stam van Naftali een leider: Pedaël, de zoon van Ammihud.
29 Dit zijn de mannen aan wie de Heer het bevel gegeven heeft om Kanaän te verloten onder de Israëlieten.