20 Maar als je wél met een andere man naar bed bent geweest en je dus ontrouw aan je eigen man bent geweest,
21 zal de Heer je vervloeken. Je zal geen kinderen meer kunnen krijgen en je buik zal opzwellen.
22 Want dit water dat de vervloeking over je brengt, zal dan je buik laten opzwellen en je zal geen kinderen meer kunnen krijgen.' Dan moet de vrouw zeggen: 'Amen. Zo zal het zijn.'
23 Daarna moet de priester deze vervloeking op een briefje opschrijven en de tekst met het bittere water afwassen.
24 Dan moet hij de vrouw het bittere water dat de vervloeking brengt, laten opdrinken. Als ze heeft gelogen, zal het bittere water dat de vervloeking brengt, bitter in haar worden [ en haar ziek maken ].
25 Daarna moet de priester het meel-offer van wantrouwen uit de handen van de vrouw nemen, het naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. Daarna moet hij het naar mijn altaar brengen.
26 Dan moet hij een handvol van het offer nemen en op het altaar verbranden. Dat betekent dat het hele meel-offer aan Mij is gegeven, ook al wordt er maar een deel van verbrand. Daarna moet hij de vrouw het water laten opdrinken.