27 Als ze ontrouw is geweest aan haar man, zal door het bittere water haar buik opzwellen. Ze zal geen kinderen meer kunnen krijgen. Ze zal vervloekt zijn.
28 Maar als ze niet ontrouw aan haar man is geweest, zal de straf niet over haar komen. Ze zal gewoon kinderen kunnen krijgen.
29 Dit is de wet voor mannen die hun vrouw niet meer vertrouwen.
30 Dit moeten ze doen als ze denken dat hun vrouw ontrouw is geweest en met een andere man naar bed is geweest. Hij moet zijn vrouw bij Mij brengen en de priester moet al deze dingen doen.
31 Haar man is onschuldig, maar de vrouw zal worden gestraft als ze schuldig is."