81 Ook één jonge stier, één mannetjes-geit en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer.
82 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer.
83 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahira, de zoon van Enan.
84 Dit was het geschenk van de leiders van Israël, toen het altaar plechtig in gebruik zou worden genomen en het gezalfd werd: twaalf zilveren schalen, twaalf zilveren offerschalen,
85 twaalf gouden schalen, waarbij elke zilveren schaal 130 sikkels [ (1½ kilo) ] woog en elke zilveren offerschaal 70 sikkels [ (770 gram) ] woog. Al het zilver van de schalen woog bij elkaar 2400 sikkels [ (26 kilo) ], gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt.
86 De twaalf gouden schalen waren gevuld met wierook. Elke schaal woog 10 sikkels [ (110 gram) ], gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Al het goud van de schalen woog bij elkaar 120 sikkels [ (bijna 1½ kilo) ].
87 Voor het brand-offer waren er twaalf jonge stieren, twaalf mannetjes-schapen, twaalf vrouwtjes-schapen van één jaar, met de meel-offers die daarbij horen. Verder twaalf mannetjes-geiten als vergevings-offer.