3 Daarom zette Aäron de lampen zó op de kandelaar, dat het licht aan de voorkant van de kandelaar viel. Want zo had de Heer het Mozes bevolen.
4 De kandelaar was helemaal van massief goud gemaakt: de middelste steel, de zijarmen en de bloemversieringen. Mozes had de kandelaar laten maken volgens het voorbeeld dat de Heer hem had laten zien.
5 En de Heer zei tegen Mozes:
6 "Neem de Levieten uit de Israëlieten en maak hen klaar voor hun taak voor Mij.
7 Dat moet je zó doen: besprenkel hen met het speciale reinigings-water . Daarna moeten ze met een scheermes hun hele lichaam scheren. Ook moeten ze hun kleren wassen. Daarna zijn ze rein.
8 Dan moeten ze een jonge stier brengen met het meel-offer dat daarbij hoort, namelijk fijn meel gemengd met olijf-olie. Verder nog een tweede jonge stier voor het vergevings-offer.
9 Breng dan de Levieten naar de ingang van de tent van ontmoeting. Roep het hele volk van Israël bij elkaar.