14 Als er vreemdelingen bij jullie wonen die voor Mij het Paasfeest willen vieren, moeten ze het vieren volgens de wetten en regels die Ik voor het Paasfeest heb gegeven. Israëlieten én vreemdelingen moeten zich aan dezelfde wetten en regels houden."
15 Op de dag dat de tent van ontmoeting werd opgezet, bedekte de wolk de tent van ontmoeting. Van de avond tot de ochtend leek die wolk op een vuur.
16 Zo was het altijd: overdag bedekte de wolk de tent, en 's nachts het vuur.
17 Als de wolk opsteeg van boven de tent, reisden de Israëlieten verder. Op de plaats waar de wolk bleef stilstaan, zetten de Israëlieten hun tentenkamp weer op.
18 Als de Heer [ op die manier ] het bevel gaf [ om te vertrekken ], trokken de Israëlieten verder. En als de Heer [ op die manier ] het bevel gaf [ om het tentenkamp weer op te zetten ], zetten ze het tentenkamp weer op. Zolang de wolk op de tent van ontmoeting was, bleven ze waar ze waren.
19 Als de wolk lange tijd op de tent van ontmoeting bleef, dienden de Israëlieten de Heer bij de tent van ontmoeting en reisden ze niet verder.
20 Soms bleef de wolk maar een paar dagen op de tent van ontmoeting. Op het bevel van de Heer zetten ze het tentenkamp op, en op het bevel van de Heer trokken ze weer verder.