2 Daarom vond ik dat de mensen die al gestorven zijn, er beter aan toe zijn dan de mensen die nog leven.
3 En ik vond dat de mensen die nog niet geboren zijn, er nóg beter aan toe zijn. Want zij weten helemaal niets van alle slechte dingen die er onder de zon gebeuren.
4 Ook zag ik dat het harde werken en zwoegen van de mensen alleen maar anderen jaloers maakt. Ook dat is maar lucht en iets teleurstellends.
5 Het is wel waar dat je een dwaas bent als je je armen over elkaar slaat en niets doet, want dan verhonger je door je eigen luiheid.
6 Maar toch is een beetje rust beter dan veel gezwoeg en veel teleurstellingen.
7 Ik zag nog iets dat maar lucht is onder de zon.
8 Namelijk iemand die alleen is, zelfs zonder kind of broer, en die toch nooit ophoudt met zwoegen. Hij blijft verlangen naar meer rijkdom. Maar voor wie zwoegt hij dan? Voor wie ziet hij ervan af om rustig van het goede te genieten? Ook dit is maar lucht en iets verkeerds.