21 Luister daarom niet naar alles wat er gezegd wordt. Want anders hoor je nog dat je knecht je vervloekt.
22 Want van binnen weet je wel dat je zelf ook vaak andere mensen vervloekt hebt.
23 Ik heb dit allemaal onderzocht omdat ik wijs wilde worden. Maar het is me niet gelukt: de wijsheid bleef onbereikbaar.
24 Hoe kún je bereiken wat zo ver weg is en zo diep verstopt zit? [ Het leven is niet te begrijpen. ]
25 Ik bestudeerde alles, omdat het mijn diepste wens was om meer te weten en te begrijpen. Ik wilde bewijzen dat het dwaas is om je niets van God aan te trekken. Dat het dwaas is om onverstandig te zijn.
26 En ik ontdekte iets wat nog erger is dan de dood: een ontrouwe vrouw. Haar hart is een valkuil en haar handen zijn boeien. Iemand die van God houdt, kan aan haar ontsnappen. Maar iemand die niet om God geeft, wordt door haar gevangen.
27 Dit is wat ik ontdekt heb – ik heb over de dingen nagedacht, omdat ik tot een goede conclusie wilde komen.