1 Wie is wijs? Wie kan alles begrijpen? Als iemand wijs is, verandert dat zijn gezicht: het wordt vriendelijker.
2 Wees gehoorzaam aan de bevelen van de koning, omdat je aan God gezworen hebt dat je dat zal doen.
3 Wees niet bang voor hem, maar ga ook niet tegen hem in. Want de koning doet wat hij zelf wil.
4 Wat hij zegt, gebeurt. Wie zal hem vragen: "Wat doet u daar?"