10 Ook zag ik hoe slechte mensen een mooie begrafenis kregen. Maar dat goede mensen die eerlijk geleefd hadden, niet begraven werden. Ze werden door de bewoners van hun stad vergeten. Ook dat is maar lucht en iets onbegrijpelijks.
11 Slechte mensen worden niet onmiddellijk gestraft. Daarom denken de mensen dat ze ongestraft slechte dingen kunnen doen.
12 Want een slecht mens die honderd misdaden doet, blijft toch lang leven. Toch weet ik dat het goed zal gaan met de mensen die leven zoals God het wil, omdat ze ontzag voor God hebben.
13 Maar met de mensen die zich niets van God aantrekken, zal het uiteindelijk slecht aflopen. Hun leven zal niet lang worden zoals een schaduw [ lang wordt in de avondzon ], omdat ze geen ontzag voor God hebben.
14 Ik heb op aarde nóg iets gezien wat maar lucht is, iets onbegrijpelijks: dat er goede mensen zijn met wie het net zo slecht afloopt als met slechte mensen. En dat er slechte mensen zijn met wie het zo goed gaat alsof ze goede mensen zijn. Ik vind dat dat lucht is, iets onbegrijpelijks.
15 Daarom denk ik dat je maar beter vrolijk kunt zijn. Er is onder de zon niets beters voor een mens dan te eten en te drinken en van het leven te genieten. Dat is het enige wat hij heeft bij al zijn gezwoeg in de tijd die God hem geeft onder de zon.
16 Ik was vast van plan geweest om wijs te worden. Ik wilde begrijpen wat de mensen allemaal doen. En waarom sommige mensen dag en nacht geen rust hebben.