4 Na een poos vielen de Ammonieten Israël aan.
5 Toen gingen de leiders van Gilead Jefta ophalen uit Tob.
6 Ze zeiden tegen hem: "We willen graag dat jij onze aanvoerder bent in de strijd tegen de Ammonieten."
7 Maar Jefta antwoordde: "Jullie wilden niets met mij te maken hebben. Jullie hebben mij uit mijn vaders huis weggejaagd. Maar nu jullie in moeilijkheden zitten, moet ik jullie komen redden?"
8 Ze antwoordden Jefta: "Inderdaad, we willen graag dat je ons helpt in de strijd tegen de Ammonieten. Als je het doet, word je leider van heel Gilead."
9 Jefta zei: "Dus als ik met jullie meega om tegen de Ammonieten te strijden en de Heer mij de overwinning geeft, dan word ik jullie leider?"
10 Ze antwoordden hem: "De Heer hoort onze woorden: Ja, jij zal dan onze leider worden."