21 Hij bracht hen naar zijn huis en gaf voer aan de ezels. En ze wasten hun voeten, aten en dronken.
22 Maar terwijl ze gezellig zaten te eten en drinken, werd het huis omsingeld door schurken uit de stad. Ze bonsden op de deur en zeiden tegen de oude man: "Breng die man naar buiten die je in huis gehaald hebt! We willen seks met hem hebben!"
23 De oude man ging naar buiten en zei tegen hen: "Nee, vrienden, zoiets kunnen jullie toch niet doen! Deze man is mijn gast. Zoiets vreselijks mogen jullie niet doen.
24 Maar ik zal mijn ongetrouwde dochter en de vrouw van de man naar buiten brengen. Met hen mogen jullie doen wat jullie willen, maar niet met deze man."
25 Maar de mannen wilden niet naar hem luisteren. Toen greep de Leviet zijn vrouw en duwde haar naar buiten. De mannen van de stad verkrachtten haar de hele nacht, tot aan de ochtend. Toen het licht begon te worden, lieten ze haar gaan.
26 Zo kwam de vrouw terug bij het huis waar haar man was. Daar viel ze neer. Ze lag daar nog toen het dag begon te worden.
27 Toen haar man 's morgens opstond, de deuren van het huis open deed en naar buiten kwam om te vertrekken, zag hij zijn vrouw bij de deur liggen. Ze lag met haar handen op de drempel.