1 Op een keer zei haar schoonmoeder Naomi tegen Ruth: "Het lijkt mij goed dat ik een man voor je zoek, zodat er voor je gezorgd wordt.
2 Boaz, bij wie jij gewerkt hebt, is familie van ons. Hij gaat vanavond op de dorsvloer de gerst uit de halmen kloppen.
3 Was je, maak je mooi en doe je beste kleren aan. Ga dan naar de dorsvloer. Maar laat Boaz niet merken dat je er bent, totdat hij klaar is met eten en drinken.
4 Als hij gaat slapen, moet je goed opletten waar hij gaat liggen. Ga dan naar hem toe en kruip bij zijn voeten onder zijn deken. Blijf daar liggen. Dan zal hij je wel zeggen wat je moet doen."
5 Ruth zei tegen haar: "Ik zal alles doen wat je zegt."