1 Van drank word je overmoedig en lawaaiig.Als je te veel drinkt, ben je een dwaas.
2 De woede van een koning is zo dreigend als het brullen van een leeuw.Als je hem kwaad maakt, breng je je eigen leven in gevaar.
3 Het eert een mens als hij ruzies vermijdt.Maar een dwaas doet met elke ruzie mee.
4 Omdat de winter al begint, wil een lui mens zijn akker niet meer omploegen.Maar in de oogsttijd vraagt hij zich af waarom er niets valt te oogsten.
5 Goede raad zit diep in het hart, als water in een diepe put.Maar als je wijs bent, weet je die toch naar boven te halen.