8 Ik zal hen naar Mij toe fluiten en hen verzamelen. Want Ik zal hen bevrijden. Het zal weer net zo'n groot volk worden als eerst.
9 Ik strooi hen wel eerst als zaad uit onder andere volken. Maar in die verre landen zullen ze zich Mij herinneren. Daardoor zullen zij en hun kinderen gered worden. En ze zullen met hun kinderen terugkomen naar hun eigen land.
10 Ja, Ik zal hen uit Egypte en uit Assur verzamelen. Ik zal hen terugbrengen naar het gebied van Gilead en de Libanon. Maar dat gebied zal niet groot genoeg voor hen zijn.
11 Ik zal voor hen uit gaan door de woeste zee. Ik zal de golven voor hen neerslaan. De rivier zal droogvallen. Ik zal een einde maken aan de trots van Assur. Egypte zal niet langer heersen.
12 Door mijn kracht zal mijn volk sterk zijn. Ik ben hun Heer. Ze zullen met Mij leven, zegt de Heer."