12 Gevangenen, kom terug naar de burcht [ Jeruzalem ]. Verlies de hoop niet! Vandaag zeg Ik jullie dat Ik jullie dubbel zal vergoeden wat jullie is aangedaan.
13 Juda zal mijn boog zijn en Israël mijn pijl. Zo zal Ik met de bewoners van Jeruzalem jou aanvallen, Griekenland! Zij zullen mijn zwaard zijn, het zwaard van een held."
14 Dan zullen ze de Heer zien komen. Zijn pijlen zullen wegschieten als de bliksem. De Heer zal op de ramshoorn [ laten ] blazen. Hij zal oprukken als een woestijnstorm uit het zuiden.
15 De Heer van de hemelse legers zal zijn volk beschermen. Zijn volk zal de slingerstenen onschadelijk maken. Daardoor zal zijn volk overwinnen. Ze zullen vol blijdschap eten en drinken op de overwinning. Ze zullen zich helemaal vol drinken met wijn, net zoals de offerschalen en de horens van het altaar vol zijn met bloed [ van de geofferde dieren ].
16 Zo zal hun Heer God op die dag het deel van zijn volk redden dat [ werkelijk ] zijn kudde is. Zij zullen in het land schitteren als edelstenen in zijn kroon. Ze zullen hoog opgeheven worden, zoals een vlag.
17 Ze zullen er prachtig uitzien doordat ze zoveel graan te eten en wijn te drinken hebben.