17 Christus heeft mij niet de opdracht gegeven om te dopen, maar om het goede nieuws te vertellen en dat zonder hoogdravende woorden, omdat ik daarmee zou afdoen van Christus' dood aan het kruis.
18 Het bericht dat Christus voor ons aan het kruis gestorven is, klinkt de mensen die verloren gaan als onzin in de oren. Maar voor ons die gered worden, is het de kracht van God.
19 Want er staat in de Boeken: ‘Ik zal de wijsheid van de wijze mensen en het inzicht van de verstandigen vernietigen.’
20 Waar blijven dan de grote denkers, de godsdienstige leiders en de beroemde redenaars van deze tijd? Heeft God niet alle wijsheid van deze wereld als dwaasheid aan de kaak gesteld?
21 In zijn grote wijsheid wist God dat de wereld Hem door haar eigen wijsheid niet kan vinden en besloot Hij die mensen te redden die de ‘onzinnige boodschap’ geloven dat Christus voor hen aan het kruis is gestorven.
22 Al vragen Joden wonderen als bewijs en zoeken Grieken naar wijsheid,
23 wij vertellen over Christus, die voor ons aan het kruis gestorven is! De Joden ergeren zich daaraan en de andere volken vinden dat een grote dwaasheid.