1 Broeders en zusters, toen ik bij u was, kon ik u nog niet toespreken als geestelijke mensen. U leidde uw eigen leven en deed uw eigen zin. Uw verhouding met Christus was nog zó pril dat ik u alleen maar melk kon geven.
Lees verder hoofdstuk 1 Korinthiërs 3
Uitzicht 1 Korinthiërs 3:1 in verband