10 In de Boeken staat: ‘Wie van het leven houdt en gelukkig wil zijn, moet zijn tong in bedwang houden en geen leugen over zijn lippen laten komen.
11 Keer het kwaad de rug toe en doe wat goed is. Probeer in vrede te leven, doe daar uw uiterste best voor.
12 De Here let op de mensen die doen wat Hij wil en Hij luistert naar hun gebeden, maar Hij wil niets te maken hebben met mensen die slechte dingen doen.’
13 Wie zal u kwaad doen, als u zich inspant voor het goede?
14 Maar als dat toch zou gebeuren, bent u bevoorrecht. Daarom moet u zich niet door dreigementen laten afschrikken of in verwarring laten brengen.
15 Vertrouw uzelf helemaal aan Christus toe. Hij is onze Here. Wees altijd bereid verantwoording af te leggen van de verwachting waaruit u leeft, als daarom gevraagd wordt. Maar doe het wel vriendelijk en met het nodige respect.
16 Houd altijd een zuiver geweten. Dan zullen de mensen die kwaad spreken van uw christelijke levenswandel, vol schaamte moeten bekennen dat zij ongelijk hebben gehad.