4 Uw vroegere vrienden zullen het natuurlijk raar vinden als u niet meer meedoet met hun uitspattingen. Zij zullen u uitmaken voor alles wat lelijk is.
5 Maar zij zullen zich moeten verantwoorden voor de grote Rechter die over de levenden en de doden oordeelt.
6 Daarom is het goede nieuws ook gebracht aan mensen die nu reeds gestorven zijn. Dan kunnen ook zij naar de geest nieuw leven krijgen van God, ook al zijn ze lichamelijk door de mensen veroordeeld.
7 Alles loopt op zijn einde. Wees daarom kalm en nuchter, anders kunt u niet bidden.
8 En bovenal moet u elkaar blijven liefhebben, de liefde bedekt immers heel veel zonden.
9 Wees gastvrij voor elkaar, zonder te mopperen.
10 Ieder heeft gaven gekregen. Gebruik die om elkaar te dienen, want zo geeft u de rijkdom van Gods genade aan elkaar door.